Iedere generatie zou als taak moeten hebben om de aarde als een betere plaats achter te laten voor volgende generaties.
Tot nu toe heeft de mensheid dat er niet altijd even goed afgebracht.
Maar hoe zijn we begonnen ? Lees hier een stukje geschiedenis.
De tegelkachel of kachelofen zoals de Duitsers zeggen is een soort energie-efficiënte verwarming, ontwikkeld in Centraal-Europa (Oostenrijk, Hongarije, Zwitserland, Duitsland, Noord-Italië) en Scandinavië. De tegelkachel was een belangrijke verbetering ten opzichte van de open haard, omdat deze de rook uit de kamer hield, de ruimte beter verwarmde en veel zuiniger was.


Oudste verwarmingssysteem in de geschiedenis
Los van de open haard is de tegel kachel het oudste verwarmingssysteem in de geschiedenis. Het is in ieder geval het verwarmingssysteem met de langste traditie. Als voorloper van de tegelkachel kunnen we de “steenhoop oven” zien. Deze oven, uit de tijd rond 2500 voor Christus, bouwde men van leem en stenen. De steenhoop maakte men onder het huis. De schoorsteen was toen nog niet uitgevonden. Met deze in het Alpengebied gebruikte oervorm van de tegelkachel verwarmden mensen al stenen die daarna de opgeslagen warmte langzaam weer afgaven.
De verdere ontwikkeling van de tegelkachel vond ook plaats in de Alpen. Gebakken kleipotten werden gebruikt om in de zachte leem te drukken waarmee de tegelkachel werd gebouwd. Dit om het warmte afgevende oppervlak van de kachel te vergroten. De uiteindelijke tegelkachel – waarvan het kacheldeel geheel bedekt was met keramische tegels – kon men pas maken nadat pottenbakkers de vierkante tegel hadden bedacht (nog steeds met de afdruk van de kleipot erin). Deze ontwikkeling voert ons naar de veertiende eeuw. Sinds toen volgde de ontwerpen voor de buitenkant van de kachel alle stijlen vanaf Gotiek, Renaissance, Barok, Rococo, Classicisme, Biedermeier en Art Nouveau tot aan de hedendaagse modetrends toe.
De hoogtijdagen van de tegelkachel waren in de zestiende en zeventiende eeuw. De tegelkachel ontwikkelde zich verder in een aantal logische stappen. Na het stuk voor stuk maken van de tegels bedacht men een mal. bedacht. Hierdoor ontstond er een basis voor een vrijere bouwwijze. Niet alleen de adel, maar ook het volk had nu de mogelijkheid om een tegelkachel naar eigen wens te laten bouwen. Deze ontwikkelingen zijn terug te vinden in de vele bewaard gebleven tegelkachels uit de geschiedenis van voorbije eeuwen.
De techniek
Los van de ontwikkelingen aan de buitenkant van de kachel, zat men voor wat betreft het technisch gedeelte ook niet stil. In de achttiende eeuw financierden de overheden in Pruisen en in Scandinavië onderzoek naar efficiëntere tegelkachels in de strijd tegen een dreigend hout tekort. In Zweden ontwikkelden F. Wrede en C. J. Cronstedt op basis van de Midden-Europese ontwerpen een meer efficiënt systeem (1767 – 1775). Het door hen ontwikkelde model had keramische tegels aan de buitenkant. De kachel was echter hoger. Hierdoor kon het rookkanaal, verticaal, langer worden gemaakt en bleven de warme rookgassen langer in de kachel. Na een jaar van meten bleek het houtverbruik nog maar 20% van voorheen. Oorspronkelijk was de Midden-Europese tegelkachel een lege doos waarin men een vuur maakte. Om de efficiëntie te vergroten werden er horizontale rookgas gangen toegevoegd. Hierdoor bleef, net als in de Scandinavische variant, het rookgas langer in de kachel. Tegenwoordig onderscheiden Midden-Europese kachels zich nog steeds door horizontale rookgangen ten opzichte van verticale in Zweedse en Finse kachels.
Tegelkachels worden traditioneel op hout gestookt. Ze kunnen echter vandaag de dag ook op gas werken, of afwisselend op beide brandstoffen. Een tegelkachel kan een grote verscheidenheid aan vormen en afmetingen hebben. Hij kan bijna onzichtbaar worden ingebouwd in een muur. Het kan echter ook een indrukwekkend kunstwerk zijn dat in het midden van de kamer staat opgesteld. Tegelkachels kunnen we zien als traditioneel. De tegelkachel is echter ook tegelijkertijd modern en eigentijds. Dit komt vooral door de efficiënte manier van omgaan met energie, het gebruik van biomassa en de mogelijkheid een eigentijds ogende kachel te bouwen.